Incompetentie is een gemakkelijk excuus
De ‘Secret Service’ is een elitekorps van lijfwachten verantwoordelijk voor de bescherming van de president, vice-president, hun families en andere hoogwaardigheidsbekleders.
Presidentskandidaat Donald Trump werd op 13 juli 2024 beschoten tijdens een verkiezingsbijeenkomst in Pennsylvania. Hij liep slechts lichte verwondingen op en zet na twee rustdagen zijn campagne verder. In deze publicatie kijken we naar de ‘Secret Service’, de garde van presidentiële lijfwachten. We overlopen welke rol zij speelden in Pennsylvania en tijdens voorgaande aanslagen op Amerikaanse presidenten.
Professor internationale politiek, David Criekemans liet in een ochtendbulletin optekenen dat, “de vraag of de Secret Service nalatig of betrokken zou zijn geweest, kan louter als een misplaatste samenzweringstheorie worden gezien.”
In een tijd zonder presidentiële lijfwachten
George Washington is voor altijd de eerste president van de Verenigde Staten. Zijn ambstermijn startte in 1789. Een tijd waarin de presidentiële ambtswoning nog in Philadelphia stond en de Congress Hall in New York. Een ‘zorgeloze’ tijd waarin de president niet omringd werd door lijfwachten.
In tegendeel… wie in die tijd aanklopte bij de ambtswoning op 190 High Street, Philadelphia, maakte kans oog in oog te staan met de president die op zondag veelal zelf de deur opende.
Van een ‘Secret Service’ was toen nog geen sprake. De eerste 15 presidenten werden nooit formeel belaagd, bedreigd of beschoten. Abraham Lincoln was de eerste president om bedreigd en uiteindelijk ook vermoord te worden op 14 april 1865 in Ford's Theatre in Washington.
Enkele maanden later werd de ‘Secret Service’ officieel opgericht. Niet als een cordon van presidentiële lijfwachten, maar als een geheime dienst die valsmunters opspoorde en vervolgde. Net na de Amerikaanse burgeroorlog (12 april 1861 tot 9 april 1865) was naar schatting een derde van al het Amerikaanse geld in omloop vervalst, wat een aanzienlijke bedreiging vormde voor de nationale economie. Gaandeweg werden de bevoegdheden van de ‘Secret Service’ uitgebreid tot het opsporen van andere vormen van fraude. Een voorloper van de SEC of FBI, zeg maar.
Het keerpunt voor de rol van de ‘geheime dienst’ in de bescherming van de president kwam na de moord op president William McKinley in 1901. McKinley was de derde Amerikaanse president die werd vermoord, na Abraham Lincoln in 1865 en James A. Garfield in 1881.
Lancer is down
Wie de moord op president J.F. Kennedy heeft bestudeerd, die begrijpt dat de conclusies van de Warren Commissie gestoeld zijn op fraude, schriftvervalsing, vernietiging van bewijsmateriaal, vervalsing van bewijsmateriaal en de liquidatie van kroongetuigen. De aantoonbare en gedocumenteerde betrokkenheid van tal van veiligheidsdiensten maken de conclusie onvermijdelijk dat president Kennedy het slachtoffer werd van een minutieus voorbereide, uitgevoerde en toedekte executie. Een paleisrevolutie… uitgevoerd door het elitekorps dat instond voor zijn persoonlijke veiligheid. En voor de veiligheid van de natie en haar burgers.
Bij de beraming en de uitvoering van die moord speelde de Secret Service een cruciale en onvervangbare rol. Vince Palamara is een rechercheur, specialist en auteur terzake. Hij schreef tal van boeken over de historische rol van de secret service en in het bijzonder over diens hoofdrol bij de executie van president Kennedy. Vince Palamara legde bloot hoe de Secret Service op 22 november 1963 niet minder dan 13 kapitale fouten had begaan waarmee een hinderlaag werd opgezet waarin de president ongehinderd onder vuur kon worden genomen vanuit meerdere richtingen. Meteen na de moord op Kennedy bleek hoe de Secret Service de eigen archieven en bewijslast had vernietigd.
Col. L. Fletcher Prouty, verbindingsofficier tussen CIA en Pentagon in 1963, was in de jaren ‘50 betrokken bij de presidentiële beveiliging,
“De bescherming van de president is een specialiteit, een ambacht.”
“Ik reisde naar Mexico City in 1956 om het staatsbezoek van Eisenhower voor te bereiden. Onze veiligheidsdiensten brachten weken van de tevoren de hele omgeving in kaart, waar de president in het openbaar zou verschijnen. Wij bestudeerden iedere locatie vanuit het oogpunt van een mogelijke aanslag. De ‘Secret Service’ is gemachtigd om getraind militair personeel op te vorderen die de Secret Service ondersteunen in de beveiliging van de president.”
- L.Fletcher Prouty, Virginia, 1993
Over de moord op J.F.Kennedy in Dealey Plaza Dallas, wijst L.F. Prouty op onverklaarbare onregelmatigheden,
“Voor de beveiliging van president Kennedy in Dallas (22 november 1963) werd ‘Special Group 113’ vanuit San Antonio Texas opgetrommeld om de presidentiële parade te beveiligen en de Secret Service bij de staan. Na de moord op Kennedy bleek dat de mobilisatie van ‘Special Group 113’ daags voordien was geannuleerd, ze waren expliciet niet gewenst, wat verklaart waarom de beveiliging die dag in Dallas zo ondermaats en laks was.”
“U kent allemaal het beeld van het boekenmagazijn van waaruit Oswald zou hebben geschoten. In dat beeld valt op hoe tal van ramen in het gebouw wagenwijd open staan. Indien de Secret Secret haar taak naar behoren had uitgevoerd, dan was geen van die ramen geopend gebleven. En zou iemand toch een raam hebben geopend, dan werd dit meteen gemeld via radio. Een Secret Service agent in het gebouw begeeft zich dan meteen naar die verdieping om het raam te sluiten. Ziet u… dàt is beveiliging! En uitgerekend dat is niet gebeurd. Erger nog! Er waren die dag helemaal geen secret service agenten ter plaatse om en rond het boekenmagazijn, omdat ze niet gewenst en ‘niet nodig’ waren.”
- L.Fletcher Prouty, Virginia, 1993
61 jaar na de moord op J.F. Kennedy lijdt het geen twijfel welke medeplichtige rol de Secret Service die dag heeft vervuld. Zonder de actieve medewerking van de Secret Service hadden de schutters nooit doorheen het beschermend pantser kunnen breken die de lijfwachten rond de president horen op te trekken.
Kom van dat dak af
Op 28 februari 1986 wordt de Zweedse premier neergeschoten wanneer hij en zijn vrouw net voor middernacht een bioscoop in Stockholm verlaten en langs een half-verlaten boulevard naar huis wandelen. Het paar wordt uitdrukkelijk geschaduwd door lijfwachten. Ooggetuigen merken op hoe zij nooit eerder zoveel veiligheidsagenten in het straatbeeld zagen… in ieder deurportaal en in iedere zijstraat zagen omstaanders lijfwachten met walkie-talkies die het echtpaar over heel het wandeltraject in de gaten hielden. Om 23u21 stapt een onopvallende man uit een donker deurportiek, loopt achter het tweepaar door en vuurt tweemaal. De man vlucht een steeg in en ontkomt. Olof Palme overlijdt ter plaatse.
Ieder later onderzoek wijst op de nauwe betrokkenheid van extreem-rechtse en militaristisch-isolationistische krachten binnen het leger en politiediensten. De idee om het Zweedse leger te laten samenwerken met NATO-troepen stuit op zoveel tegenstand, dat Olof Palme binnen politie en leger openlijk als staatsgevaarlijk wordt beschouwd. Het spoor naar extreem-militante fracties binnen leger en politie werd nooit onderzocht en officieel blijft de moord op Olof Palme een onopgelost mysterie. Zweedse pers, politiek als onderzoekscommissie houden tot op vandaag de lippen stijf op elkaar.
Tot wanneer één stem zich plots verheft. Die van voormalig minister van Financiën Kjell-Olof Feldt. In augustus 1995 komt de Zweedse krant ‘Dagens Nyheter’ met de ophefmakende kop, “onderzoek de twee agenten” waarin Kjell-Olof Feldt oproept om het spoor dat naar de politie leidt, verder te onderzoeken. Diezelfde avond gebeurt iets opmerkelijks.
Hoewel de ambtswoning van de Zweedse premier Ingvar Carlsson dag en nacht wordt bewaakt en de premier en zijn gezin aanwezig zijn, slagen twee gemaskerde mannen erin op het dak te klauteren. De lijfwachten hebben niets in de gaten. Het zijn buurtbewoners die de veiligheidsdiensten waarschuwen. De twee obscure types worden gevat en blijken politie-agenten te zijn die aangesloten zijn bij de schietclub waar 10 jaar eerder achter gesloten deuren extreem-rechte en fanatieke anti-Palme gevoelens broeiden. De volgende ochtend - als een donderslag bij heldere hemel, neemt premier Carlsson plots onaangekondigd ontslag als premier en stapt hij definitief uit de politiek. Ingvar Carlsson zou het hoe, het waarom en de timing voor deze onverklaarbare ‘fin de carrière’ nooit openbaar maken.
Rawhide is down
Op 30 maart 1981 wordt president Reagan onder vuur genomen bij het verlaten van het Hilton Hotel. De Secret Service begaat een onvergeeflijke en onverklaarbare flater.
Wanneer Ronald Reagan het Hilton Hotel verlaat, staat de presidentiële limousine niet langer pal voor de uitgang van het hotel geparkeerd. Neen, de limousine staat nu ruim 50 meter verderop en de president moet de afstand wandelen. Wandelen is gezond, maar niet voor een onbeschermde president. Het is tijdens deze extra tientallen meters wandelafstand (en in tegenspraak met iedere veiligheidsdoctrine) dat John Hinckley jr, uit de menigte stapt en de president onder vuur neemt. Hinkley is een boezemvriend en jeugdvriend van de latere president G.W. Bush.
Mogul is down
Het dak van waarop Thomas Matthew Crooks vuurde, geldt als het hoogste en meest strategische punt in de directe omgeving van waaruit men overzicht over heel de arena behield. De meest pertinente vraag is niet hoe een jonge man met een aanvalswapen op de rug een ladder plaatst en ongestoord op een dak klimt. De meest pertinente vraag is waarom de Secret Service en andere veiligheidsdiensten deze ‘uitkijktoren’ niet zelf bemanden. Alle andere vragen worden dan haast bijkomstig.
Hadden agenten het gevaar dan niet in het vizier? Zagen zij dan niet hoe een gewapende man op het dak klauterde? Aarzelden zij om de trekker over te halen? Vooral dat laatste is bijzonder on-Amerikaans. Het zijn vragen die onverenigbaar zijn met de beroepsernst waar de Secret Service zo prat op gaat. De Secret Service monitort ieder detail in de omgeving met spotters, drones en vaste camera’s.
Ook wanneer het diensthoofd van de Secret Service niet meteen ingaat op het verzoek tot neerschieten van een indringer, is er maar één correcte beslissing : de meeting stil leggen, de onmiddellijke evacuatie en ‘Mogul’ in veiligheid brengen. Geen van beide beslissingen werd getroffen. Seconden nadat Th.M. Crooks het vuur opent, wordt hij uitgeschakeld door scherpschutters, die daarmee bewezen de dreiging al die tijd in het vizier te hebben gehad. De berichten als zou één van beide scherpschutters een zekere ‘agent Jonathan Willis’ zijn geweest, die tevergeefs toestemming vroeg om de indringer uit te schakelen, die berichten worden nergens bevestigd.
Waarom Homeland Security, politiediensten, FBI en Secret Service niet reageerden wanneer Greg Smith en zijn vrienden hysterisch en fanatiek wuivend de aandacht trokken door gezamenlijk te wijzen naar het dak waarop de 20-jarige schutter ongestoord had plaats genomen en zijn wapen in de aanslag nam? Die vraag zal pas later door een onderzoekscommissie worden behandeld.
Ook de vraag waarom ‘Mogul’ als een doelwit weer overeind en rechtop werd getrokken en quasi onbeschermd naar de wagen werd geleid, terwijl men zich er onmogelijk van kon vergewissen of alle handlangers waren uitgeschakeld… ook die vraag valt niet pasklaar te beantwoorden.
Afsluitend
De geschiedenis leert ons dat aanslagen als deze alleen mogelijk zijn wanneer de Secret Service onverklaarbare flaters begaat. Ofwel,.. ofwel wanneer de veiligheidsdiensten zelf medeplichtig zijn aan het beramen van een moordaanslag op het staatshoofd of de ‘Potus’, die ze met hun eigen lichaam horen te beschermen. Voorbeelden daarvan zijn de moordaanslagen op de Israëlische premier Yitzak Rabin, de Zweedse premier Olof Palme, president J.F. Kennedy of de Egyptische president Anwar es-Sadat.
Welke van beide theorieën is dan het minst ongeloofwaardig :
De ‘incompetence theory’ of de ‘conspiracy theorie’?
Beveiliging is een exacte en hoog-technologische wetenschap geworden, in de praktijk gebracht door langdurig getrainde elitetroepen die geleid door doctrines en procedures iedere dreiging instinctief en preventief uitschakelen. Wanneer dit niet gebeurt, wanneer dit veiligheidsnet faalt, dan kan het onmogelijk afgedaan worden als een uitzonderlijk geval van ‘incompetentie’ of ‘lack of imagination’.
With the best and the brightest still working in the defence department, some of these men must have suspected something was wrong. Many of them had to know it was a coup.
I asked him, “How many you think really knew?”
He quietly looked down and said in a very somber tone, “they all knew…”
- Len Osanic in gesprek met L.F. Prouty over de moord op Kennedy
Vindt u dit een interessante publicatie, dan kan u die waardering tonen met een ‘like’ of delen binnen uw eigen netwerk of vriendenkring. Zoals steeds kan u reageren in de comments.
Steeds wanneer een Amerikaanse president is vermoord of verwond, zitten de grote financiers erachter. Zij geven het signaal dat ‘iets moet gebeuren’.
In een periode dat financiers de leiding nemen in het kapitalisme, bepalen zij ook wie mag blijven leven van de presidenten. Niets incompetentie. Kennedy, net als Lincoln, liet geld door de overheid uitgeven. Zodra zij waren vermoord, is die legale procedure niet meer uitgevoerd.
Robert Groenhuijzen
Weeral eens een mooi overzicht dat weer al eens aantoont "de geschiedenis herhaalt zich " of...bewuste incompetentie